Programma: 26 mei

sskmka
Home
25 mei

Een definitie van leiderschap is: “Het op basis van persoonlijk contact beïnvloeden van prestaties van anderen”. Leiderschap in de zorg vergt specifieke stuurmanskunst door de dominante positie in de samenleving. De maatschappelijke waarden zijn groot, uiteenlopend van welzijn en welbevinden tot het moeten inperken van de zorgkosten.

Op de tweede dag van het voorjaarscongres willen we het thema ‘Leiderschap’ vanuit verschillende perspectieven belichten. Hoe kijken andere sectoren tegen hiërarchie, samenwerking en leiderschap aan en hoe gebruiken ze dit in hun voordeel en wat kunnen we als zorgprofessionals leren van onze collega’s in andere sectoren.

In de plenaire ochtendsessie geeft prof.dr. Marcel Levi, internist in het Amsterdam UMC en bekend van zijn scherpe columns in het Parool, u zijn visie op “De professional in the lead”. Daarna zullen we het overkoepelde thema beschouwen vanuit het perspectief van het Vaticaan door dr. An Verlinde.

Na de lunch vernemen we van ELNT drs. Steven Hornstra en MAJ. dr. Jaap Hoogenboezem hoe Defensie zich aanpast aan een snel veranderende wereld.

Het programma is vervlochten met vrije voordrachten/MKAtalks.

Bestuur NVMKA

09:15
- 09:50
Ontvangst
09:50
- 10:00
Welkom
10:00
- 10:45

De gezondheidszorg staat in het brandpunt van de belangstelling maar veel aandacht gaat uit naar de problemen: te weinig personeel, te weinig geld, te lange wachtlijsten. Maar eigenlijk beleeft de geneeskunde tegenwoordig de grootste successen aller tijden waarbij we talloze ernstige aandoeningen met een grote impact op het leven van onze patiënten nu succesvol kunnen behandelen. De vraag is hoe we de huidige problemen die het gevolg zijn van het succes van de geneeskunde kunnen aanpakken.

Recente ervaringen hebben geleerd dat er maar één groep is die hiertoe in staat is, en dat is die van de gezondheidszorg professionals zelf. Allen zij hebben het overzicht en het inhoudelijke vermogen de noodzakelijke transformaties tot een goed einde te brengen. Dat brengt ons wel op het punt van leiderschap: van wie wordt dat eigenlijk verwacht en op welke manier?

Prof. Marcel Levi

Internist Voorzitter Raad van Bestuur Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en Hoogleraar Geneeskunde, Universiteit van Amsterdam & University College London

10:45
- 11:15
Koffiepauze
11:15
- 12:00

Inspiratie en zingeving staan centraal, voornamelijk nadruk op verbindende kernwaarden en eigen manie van “zijn” en leidinggeven.

In opleidingen en lezingen vertrekt An Verlinde vanuit waardegedreven leiderschap/stuurmanskunst, waarin inspiratie en zingeving centraal staan.
Er wordt gebruikgemaakt van methodieken: o.a. Wiel van Verlinde, eclectische toepassingen van MBTI, Enneagram….telkens voor specifieke situaties en personen.
An Verlinde verlaat het forum van academische lezingen, maar gaat wel in interactie met de deelnemers, hierbij gebruikmakend van de vele eigen ervaringen in openheid en kwetsbaarheid.
Eenvoudige opdrachten in een positieve sfeer zorgen voor mentaliseren, reflectie en verbinding.
Na afloop treden vele deelnemers nog in verbinding met elkaar en ontwikkelen zo een nieuwe manier van kijken en ook van het beleven van waardevol samen(werken) spelen.
Het (her)ontdekken van eigen verbindende kernwaarden zorgt meestal voor een duurzame en zinvolle levensinvulling; persoonlijk en professioneel.
De lezing/opleiding wordt afgesloten met respectvolle en positieve aandacht naar elkaar.

Dr. An Verlinde

Wetenschappelijk onderzoeker gezondheidzorg en docent postuniversitaire programma’s, Katholieke Universiteit Leuven en Vrije Universiteit Brussel, (Inter)nationaal voorzitter Katholieke Gezondheidszorg, Consultant en Permanent Lid van de Pauselijke Gezondheidsraad, Vaticaan, Rome

12:00
- 12:20
Vrije voordrachten/MKA‐talks
Voorzitters: Pieter van Lierop en Dagmar Wortmann
12:00
- 12:10

DIRK-JAN VISSER1*, DIRK-MELLE BEEK1*, FRANK BAAN 2, JEROEN LIEBREGTS1, STEFAAN BERGE1, MARLOES NIENHUIJS1, TONG XI 1

 1 Afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, Radboud Universitair Medisch Centrum, Nijmegen
2 Radboudumc 3D Lab, Radboud Universitair Medisch Centrum, Nijmegen
(*gedeeltelijk eerste auteur)

 Introductie en doelstelling
Het doel van dit onderzoek is om de haalbaarheid van de 3D-planning van orthognatische chirurgie bij patiënten met en zonder schisis te vergelijken.

Materiaal en methoden
Het betreft een retrospectief cohortonderzoek waarbij patiënten met en zonder schisis zijn geïncludeerd die tussen 2017 en 2022 bimaxillaire chirurgie hebben ondergaan vanwege een klasse III malocclusie. Er werden zowel voorafgaand als na de operatie CBCT-scans vervaardigd. Op basis van de CBCT en intra-orale scans werd er een 3D-planning gemaakt. De chirurgie werd in beide groepen door dezelfde chirurgen uitgevoerd met behulp van een wafer. De primaire uitkomstmaat, chirurgische haalbaarheid, werd gedefinieerd als het verschil tussen de geplande en chirurgisch gerealiseerde bewegingen van de maxilla in zes vrijheidsgraden. Er werd een ANCOVA gebruikt om het verschil van de chirurgische haalbaarheid, na correctie voor de grootte van de geplande maxillaire beweging, tussen de groepen te testen.

Resultaten
Er werden 28 patiënten met schisis en 33 patiënten zonder schisis geïncludeerd. De gemiddelde leeftijd in de schisis- en geen schisisgroep was respectievelijk 18.5 en 25.4 jaar (p=0.01). Er was geen significant verschil in geslacht tussen de groepen (p=0.10). Er werd geen significant verschil tussen de groepen gevonden in het behalen van zes vrijheidsgraden (p>0.05).

Conclusie
Bij zowel patiënten met als zonder schisis is er een vergelijkbare hoge haalbaarheid van de geplande chirurgische beweging met het gebruik van een 3D-planning en wafer.

12:10
- 12:20

VINCENT R. THE, BRUNILDA DHAMO, EPPO B. WOLVIUS

Afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, Bijzondere Tandheelkunde en Orthodontie, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam

Doelstelling
In deze studie onderzochten wij de vertraging in dentale ontwikkeling bij patiënten met  cleidocraniale dysplasie (CCD) door een longitudinale analyse uit te voeren op de ontwikkelingsstadia van de dentitie. Ons secundaire doel was te onderzoeken of een toenemend aantal supernumeraire gebitselementen de dentale ontwikkeling beïnvloedt.

Methode
In totaal werden 38 patiënten (15 vrouwen en 23 mannen) geïncludeerd, waarvan 13 patiënten (8 vrouwen en 5 mannen) met CCD. 25 individuen (7  vrouwen en 18 mannen) zonder CCD werden geselecteerd uit de Generation R Study en werden ingedeeld als controlegroep.

De gebitsontwikkeling werd beoordeeld met behulp van de Demirjian-methode en de Nederlandse gebitsleeftijd standaard op twee tijdspunten: op de late kinderleeftijd (10-11 jaar) en de vroege adolescentie (12-13 jaar). Lineair gemengde modellen werden gebruikt om de longitudinale aspecten van vertraging in dentale ontwikkeling tussen de twee tijdstippen te bestuderen.  Drie lineaire regressiemodellen werden gebruikt om een subgroepanalyse uit te voeren om de mate van vertraging in de dentale ontwikkeling van CCD-patiënten in vergelijking met de controlegroep te bestuderen. Hierbij werd gecorrigeerd voor geslacht en aantal supernumeraire gebitselementen. Ook werd dit model gebruikt om het effect van een toenemend aantal supernumeraire tanden op de dentale ontwikkelingsachterstand te bestuderen.

Resultaten
De CCD-groep vertoonde een vertraging in de ontwikkeling van de dentitie van 3,3 jaar [β -0,8; 95 % CI (-4,3,-2,2)] in vergelijking met de controlegroep wanneer er gecorrigeerd werd voor geslacht en aantal supernumeraire elementen.  In zowel de CCD-groep als de controlegroep werd geen significante vertraging in de ontwikkeling van de dentitie tussen de late kindertijd en de vroege adolescentie gevonden. Het aantal supernumeraire elementen bleek geen significante determinant, aangezien er sprake was van een P-waarde van 0,22.

Conclusies
Onze bevindingen suggereren een vertraging in dentale ontwikkeling van ongeveer 3,3 jaar bij CCD-patiënten. Deze vertraging blijft stabiel vanaf de late kindertijd tot de vroege adolescentie. Wij vonden geen toename in de vertraging van de dentale ontwikkeling bij een hoger aantal supernumeraire elementen.

12:20
- 12:30
Kennisagenda

Eelco Bergsma

Voorzitter STS/KNMT

12:30
- 12:40
Herziening Visienota MKA‐chirurgie 2023‐2027

Johan van Ingen

Voorzitter SocK/ KNMT

12:40
- 13:45
Lunch
13:45
- 14:30

Traditioneel leidinggeven in een militaire organisatie betekent veelal een top-down lineair stap-voor-stap besluitvormingsproces door de commandant. Echter, de context waarin militaire operaties plaatsvinden, is steeds veelzijdiger, complexer en dynamischer geworden. Perspectieven en interpretaties kunnen dan ook per persoon per tijdstip variëren. Meerdere expertisen zijn nodig om tot een weloverwogen besluit te komen. Hoe zorg je dan als leidinggevende ervoor dat de juiste medewerkers met de juiste expertisen op het juiste moment in het besluitvormingsproces een betekenisvolle bijdrage kunnen leveren?

Oftewel, hoe zorg je als leidinggevende ervoor dat je de in je team aanwezige kennis en vaardigheden optimaal benut? Hiertoe spreken we over leertheorieën, designmethoden en leiderschapsstijlen.

MAJ. dr. Jaap Hoogenboezem

Specialist civielmilitaire interactie bij Koninklijke Landmacht, Onderzoeker politiek en militair leiderschap en docent openbaar bestuur, Universiteit Maastricht

MAJ drs. Steven Hornstra

Specialist civielmilitaire interactie bij Koninklijke Landmacht, Onderzoeker militaire officiersopleidingen, Universiteit Maastricht, en Onderwijskundige bij Maastricht UMC+

14:30
- 15:00
Vrije voordrachten/MKA‐talks
Voorzitters: Rob Bakker en Pamela Raaff
14:30
- 14:40

PIETER DATE VAN DER ZAAG1, STEPHANIE GEURTS2, ROMKE ROZEMA1, INGE H.F. REININGA3, BAUCKE VAN MINNEN1

 1 Afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen
2 Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen
3 Afdeling Traumachirurgie, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen

Doelstelling
De patiëntenpopulatie in Nederland met antitromboticagebruik neemt toe. Daarnaast neemt ook het aantal patiënten met maxillofaciale trauma’s op de spoedeisende hulp (SEH) toe. Daarom was het doel van dit onderzoek om de relatie te onderzoeken tussen antitromboticagebruik en de aanwezigheid van maxillofaciale hematomen en hemorragische symptomen bij patiënten met maxillofaciale trauma’s op de SEH.

Methode
Een prospectieve cohortstudie is uitgevoerd, waarin alle patiënten zijn geïncludeerd die met maxillofaciale trauma’s zijn gezien op de SEH in vier ziekenhuizen in Noord-Nederland tussen mei 2018 en oktober 2019. Allereerst werd de incidentie van maxillofaciale hemorragische symptomen vergeleken tussen patiënten die geen antitrombotica gebruikten (NUA) en patiënten die wel antitrombotica gebruikten (UA). Vervolgens werd de beoordeling van het maxillofaciale trauma’s op een maxillofaciale fractuur en de incidentie van maxillofaciale fracturen bij patiënten waarbij een maxillofaciale hematoom of hemorragisch symptoom aanwezig was vergeleken tussen de UA- en de NUA-groep.

Resultaten
De incidentie van peri-orbitale hematomen (39% vs. 54%, p<0.001), ‘raccoon eyes’ (5% vs. 10%, p=0.01) en subconjunctivale ecchymoses (7% vs. 16%, p=0.01) was significant hoger in de UA groep. Geen significante verschillen werden gevonden tussen beide groepen in de beoordelingen van het maxillofaciale trauma op een maxillofaciale fractuur, noch in de incidentie van maxillofaciale fracturen bij patiënten waarbij een maxillofaciale hematoom of hemorragisch symptoom aanwezig was.

Conclusie
Bij maxillofaciaal trauma kwamen maxillofaciale hematomen en hemorragische symptomen frequenter voor bij patiënten die wel antitrombotica gebruikten ten opzichte van patiënten die geen antitrombotica gebruikten. Dit leek artsen echter niet te beïnvloeden bij de beoordeling van het trauma op een maxillofaciaal fractuur.

14:50
- 15:00
05. AUTOMATISCHE SEGMENTATIE VAN DE MANDIBULA MET NNU-NET VOOR DE VIRTUELE PLANNING VAN ORTHOGNATISCHE CHIRURGIE
15:00
- 15:15

H.G.A. VAN DER POL 1,2, B.M.W. CORNELISSEN1,2, R. SU3, T. VAN WALSUM2,3, E.B. WOLVIUS1,2

 1 Afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam
2 Smart Surgery Lab, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam
3 Afdeling Radiologie en Nucleaire Geneeskunde, Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam

Introductie en doelstelling
Driedimensionale (3D) virtuele chirurgische planning voor orthognathische chirurgie wordt momenteel manueel gedaan, een tijdrovend en duur proces. Een eerste stap richting volledig geautomatiseerde chirurgische planning is het automatisch genereren van 3D-modellen van dento-alveolaire en maxillofaciale structuren, waarvoor beeldsegmentatie van deze structuren nodig is. Onlangs werd nnU-Net (1) geïntroduceerd als een zichzelf configurerend open-source deep learning framework voor biomedische beeldsegmentatie. In deze studie werd met behulp van nnU-Net de mandibula automatisch gesegmenteerd in preoperatieve CBCT-scans.

Materiaal en methoden
Er werden retrospectief 57 preoperatieve CBCT-scans verkregen van patiënten verwezen naar het Erasmus MC voor orthognathische chirurgie tussen 2017 en 2022. Van deze scans waren handmatige segmentaties van de mandibula beschikbaar, gemaakt op basis van een systematisch segmentatieprotocol in Mimics 24.0. NnU-Net werd getraind op de trainingset (n=46), en dit getrainde model werd vervolgens toegepast op de testset (n=11). De segmentaties gemaakt door het deep learning model werden visueel vergeleken met de handmatige segmentaties. Daarnaast werd de Dice Similarity Coefficient (DSC) gebruikt om de overlap tussen de deep learning segmentaties en de handmatige segmentaties van de testset te kwantificeren.

Resultaten
De mandibula segmentaties van de CBCT-scans door het getrainde nnU-Net lieten een grote gelijkenis zien met de handmatige segmentaties. De DSC op de testset was 97,53 ± 0,70%.

Conclusie
Nauwkeurige automatische segmentatie van de mandibula in preoperatieve CBCT-scans is mogelijk met behulp van het deep learning framework nnU-Net. Dit is een eerste stap richting de automatisering van de 3D virtuele planning van orthognatische chirurgie.

 Referenties

  1. Isensee F, Jaeger PF, Kohl SAA, Petersen J, Maier-Hein KH. nnU-Net: a self-configuring method for deep learning-based biomedical image segmentation. Nature methods. 2021;18(2):203-11.
15:15
- 15:15
Koffie/borrel

Zoeken binnen de hele website.