P.D. VAN DER ZAAG1, R. ROZEMA1, I. REININGA2, B. VAN MINNEN1
1Afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, UMC Groningen, Groningen
2Afdeling Traumachirurgie, UMC Groningen, Groningen
Doel
Het onderzoeken van de bijdrage van gestructureerd klinisch onderzoek aan de beoordeling van maxillofaciaal letsel in relatie tot de ervaring van de behandelend arts.
Methode
Op de spoedeisende hulp van vier ziekenhuizen zijn alle patiënten met maxillofaciaal letsel middels een gestandaardiseerd klinisch onderzoek onderzocht. Voorafgaand en na het klinisch onderzoek is de waarschijnlijkheid van de aanwezigheid van een fractuur gescoord op een schaal van nul tot tien. De beoordelaars zijn ingedeeld in vier groepen: coassistenten, ANIOSen, AIOSen en specialisten. Op basis van röntgenonderzoeken zijn de patiënten ingedeeld in subgroepen (met/zonder fractuur). De scores voorafgaand en na het klinisch onderzoek zijn vervolgens vergeleken.
Resultaten
Van de 556 patiënten had 57 (10%) mandibulaletsel en 499 (90%) letsel in het middengezicht. Bij patiënten met een mandibulafractuur scoorden ANIOSen (p=0.002) en AIOSen (p=0.01) na klinisch onderzoek significant hogere waarschijnlijkheidsscores. Bij patiënten zonder een mandibulafractuur veranderden de scores niet na klinisch onderzoek van alle beoordelaars. Bij patiënten met een midfaciale fractuur scoorden ANIOSen (p=0.01) en AIOSen (p=0.002) na klinisch onderzoek significant hogere waarschijnlijkheidsscores. Bij patiënten zonder een midfaciale fractuur scoorden ANIOSen (p<0.001), AIOSen (p<0.001) en de specialisten (p<0.001) na klinisch onderzoek significant lagere waarschijnlijkheidsscores.
Conclusie
De ANIOSen en AIOSen profiteerden meer van het gestandaardiseerde klinisch onderzoek dan coassistenten en specialisten. Coassistenten leken geen voordeel te ervaren, mogelijk omdat ze niet wisten hoe ze de uitkomsten van het klinisch onderzoek moesten interpreteren. Terwijl specialisten al vaardige beoordelingen hadden voor het klinisch onderzoek en daardoor relatief minder verbetering vertoonden in hun beoordelingen na het klinisch onderzoek.