PIETER DATE VAN DER ZAAG1, STEPHANIE GEURTS2, ROMKE ROZEMA1, INGE H.F. REININGA3, BAUCKE VAN MINNEN1
1 Afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen
2 Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen
3 Afdeling Traumachirurgie, Universitair Medisch Centrum Groningen, Groningen
Doelstelling
De patiëntenpopulatie in Nederland met antitromboticagebruik neemt toe. Daarnaast neemt ook het aantal patiënten met maxillofaciale trauma’s op de spoedeisende hulp (SEH) toe. Daarom was het doel van dit onderzoek om de relatie te onderzoeken tussen antitromboticagebruik en de aanwezigheid van maxillofaciale hematomen en hemorragische symptomen bij patiënten met maxillofaciale trauma’s op de SEH.
Methode
Een prospectieve cohortstudie is uitgevoerd, waarin alle patiënten zijn geïncludeerd die met maxillofaciale trauma’s zijn gezien op de SEH in vier ziekenhuizen in Noord-Nederland tussen mei 2018 en oktober 2019. Allereerst werd de incidentie van maxillofaciale hemorragische symptomen vergeleken tussen patiënten die geen antitrombotica gebruikten (NUA) en patiënten die wel antitrombotica gebruikten (UA). Vervolgens werd de beoordeling van het maxillofaciale trauma’s op een maxillofaciale fractuur en de incidentie van maxillofaciale fracturen bij patiënten waarbij een maxillofaciale hematoom of hemorragisch symptoom aanwezig was vergeleken tussen de UA- en de NUA-groep.
Resultaten
De incidentie van peri-orbitale hematomen (39% vs. 54%, p<0.001), ‘raccoon eyes’ (5% vs. 10%, p=0.01) en subconjunctivale ecchymoses (7% vs. 16%, p=0.01) was significant hoger in de UA groep. Geen significante verschillen werden gevonden tussen beide groepen in de beoordelingen van het maxillofaciale trauma op een maxillofaciale fractuur, noch in de incidentie van maxillofaciale fracturen bij patiënten waarbij een maxillofaciale hematoom of hemorragisch symptoom aanwezig was.
Conclusie
Bij maxillofaciaal trauma kwamen maxillofaciale hematomen en hemorragische symptomen frequenter voor bij patiënten die wel antitrombotica gebruikten ten opzichte van patiënten die geen antitrombotica gebruikten. Dit leek artsen echter niet te beïnvloeden bij de beoordeling van het trauma op een maxillofaciaal fractuur.